Redactioneel

Zíj is een eerbiedwaardige oude dame. Haar haren kleuren grijs. Ze woont in een mooi huis dat de sfeer ademt van de traditie waarvan zij erfgenaam is: belezenheid, een open geest, belangstelling voor religie en spiritualiteit, voor kunst en cultuur, aandacht voor de leefomgeving.

Dit jaar viert ze haar honderdste verjaardag. Ze kijkt terug op een rijk en gevuld leven en beraadt zich op haar toekomst. Ze stelt vast dat haar kennissenkring steeds kleiner wordt. Hoe vindt ze aansluiting bij jonge mensen? Hoe komt ze de vragen op het spoor die tegenwoordig leven? Hoe kan ze haar gedachtegoed koesteren en tegelijk voorkomen dat deze wordt bijgezet in de vitrinekast van het museum?

Híj heeft eerder het karakter van een jonge hond. Hij barst van de ideeën, is gewend aan multi-tasking en heeft tal van vrienden. Het kost hem geen moeite zaken van geloof en theologie te verbinden met film, muziek en politieke vraagstukken. Maar hij heeft geen cent te makken. Bij ieder plan dat hij bedenkt, is het de vraag of hij de middelen vindt om zijn plannen uit te voeren. Iets meer rust op dit vlak zou hem welkom zijn.

En nu hebben ze elkaar gevonden, de oude dame en de jonge heer. De ambiance waar ze elkaar troffen droeg ertoe bij dat het klikte tussen die twee. Het was op haar landgoed, in het Lezingzaaltje, de kapel op de Kalenberg, bij Barchem. Die ruimte, midden in het bos, waar je in stilte naartoe klautert, ademt geschiedenis. Je vindt er een houten lezenaar waarin het logo van de Woodbrookers is gegraveerd. Aan de achterwand hangt een schilderij met een afbeelding van de Annunciatie, getekend in pasteltinten.

In diezelfde kapel is het honderd jaar geleden begonnen met de Woodbrookers. De latere professor Roessingh uit Leiden (1886-1925) was er vanaf het allereerste begin bij. Wat zei hij over de Woodbrookers? Dat eenheid, verscheidenheid en eigenaardigheid hen typeert. Dat laatste is natuurlijk het spannendst: eigenaardigheid. Wat was er eigenaardig aan de Woodbrookers? Dat zij Godzoekers zijn. En waar hopen zij God te vinden? In de stilte. Dat was toen zo, dat is nog steeds zo.

Voor de reeks bijeenkomsten in het voorjaar van 2008, het decor voor de ontmoetingen tussen de oude dame en de jonge heer, is de kapel prachtig aangekleed: er staan bloemen op tafel, er branden kaarsen en tijdens de pauze speelt iemand cello, harp of fluit. Maar het was niet alleen de aankleding. Ook de inhoud droeg ertoe bij dat de Woodbrookers en Michsjol veel gemeenschappelijks ontdekten. "Denken en geloven" koos zij als thema. Centraal stond het werk van mensen die in haar beginjaren, de eerste helft van de twintigste eeuw, van zich deden horen. Alfred North Whitehead, Ernst Bloch, Martin Buber, Franz Rosenzweig en Walther Rathenau: ze passeerden allen de revue en vormden het onderwerp van geanimeerde en diepzinnige gesprekken, onder het genot van een drankje. Daarboven, op de Kalenberg.

Het denken van deze mensen wordt gestempeld door de tijd waarin ze leven: de Eerste Wereldoorlog, de voortgaande mechanisatie, jood-zijn in Duitsland, om een paar kenmerken te noemen. Hun biografie bepaalt de vragen die zij stellen. Tegelijk is hun denken verrassend actueel, en juist dat maakte dat de jonge heer gecharmeerd raakte van de oude dame. Dat de toekomst open is, dat de werkelijkheid zich als mogelijkheid aandient, verzet tegen de verdingelijking van de mens en tegen het objectiverende denken, dat de relatie de grondtoon is van het menselijk bestaan: het zijn noties die ook voor de hedendaagse theologie een uitdaging vormen. Die theologie is gekleurd door een geschiedenis van dogma's en belijdenissen, maar zoekt nu naar manieren om niet in zichzelf opgesloten te raken. Zij wil de ramen opengooien en opsnuiven wat zich in cultuur en samenleving, in het centrum en in de marge, afspeelt. Deze zoektocht is helemaal het terrein van Michsjol. Het verbaast dan ook niet dat de jonge heer de oude dame heeft uitgenodigd om de teksten van de Lezingen op haar berg te publiceren in zijn blad.

Dit nummer is nog maar het begin van een samenwerking die veelbelovend is. Oud en jong hebben elkaar gevonden en willen met elkaar in gesprek blijven. Het verslag van hun gedachtewisseling kunt u lezen in Michsjol. Nu over "Denken en geloven", in het voorjaar van 2009 over "Versteende religie", in het najaar over "Mens en techniek".