Een sjofele dorpspastor

Er bestaan zeer veel verschillende verhalen. Verhalen van mensen, levensverhalen, met allerlei gebeurtenissen waar ze al dan niet voor gekozen hebben, en waar ze staan in relaties tot anderen, hun ouders hun kinderen, hun werkkring, en ook tot God. Verhalen in de bijbel, ook over mensen en hun relaties, ook over de relatie met God. Verhalen uit de Griekse en Germaanse mythologie, over hoe mensen omgaan met datgene wat ze overkomt, en hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze zichzelf en hun relaties verstaan. En de moderne verhalen, de eindeloze soaps op TV, waar ook relaties, geld en list en bedrog, ziekte en dood een belangrijke rol spelen. Ook in deze verhalen gaat het om de vraag hoe mensen zichzelf en hun situatie verstaan. En voor de kijkers ligt er altijd de vraag, wat zou ik doen als ik in die situatie was.

Van Miskotte (Edda en Thora) hebben we geleerd hoe vruchtbaar het kan zijn, verschillende verhalen naast elkaar te leggen, en hoezeer je inzicht in de verhalen daardoor verdiept wordt. Mijns inziens gaat Maarten den Dulk 1 verder op de door Miskotte ingeslagen weg. Ook hij legt verschillende verhalen naast elkaar. Verhalen uit Griekse en Germaanse mythologie, de verhalen van de mensen vandaag de dag, en de verhalen uit de bijbel. Het interessante hierbij is de rol van de pastor. Maarten den Dulk ziet de rol van pastor als die van de sjofele dorpspastoor uit Chaucers Canterbury Tales. Hij luistert naar de verhalen van de mensen, en stelt ze dan kritische vragen. Besef je wel in welk verhaal je leeft, wil je op deze manier jezelf verstaan, kan je je hiermee verzoenen? De rol van de pastor is te luisteren naar de verhalen, en ze te leggen, naast andere verhalen, en te herkennen. Ligt dit in de lijn van Germaans lotsdenken, ligt dit in de lijn van het bijbels verhaal? De pastor is degene die ernaast staat, een extra mijl meeloopt, en die er dan op wijst in welk verhaal de mensen leven, en ze doet afvragen of dit de goede weg is.

Het naast elkaar leggen van verhalen kan op verschillende momenten gebeuren. Op zondag in de dienst, als je op bezoek bent, maar ook op gespreksgroepen of catechisatie. Een oudere collega heeft eens tegen mij gezegd, als je dominee bent moet je deze twee liefhebben. Enerzijds de mensen, en hun verhalen, want er zijn zulke schitterende exemplaren tussen, en anderzijds het verhaal uit de bijbel. Ikzelf vind het heel belangrijk om op zondag in de kerk voor de mensen te staan bij wie ik door de week op bezoek ben geweest. Heel vaak is mij gevraagd: vindt u het nu niet vervelend om voor zo'n handjevol mensen te staan? En steeds heb ik geantwoord: nee, want van dat handjevol mensen ken ik de gezichten, weet ik de namen, en heb ik het verhaal gehoord. En als je voor een grote massa staat, heb je die herkenning niet. Op het seminarie Hydepark is ons geleerd, als je niet uit je preek kan komen, dan moet je je een gezicht van een gemeentelid voorstellen, die die zondag bij je in de kerk zal zitten. Met andere woorden, je moet denken aan die persoon, en het verhaal dat bij die persoon hoort. Want dan kan er een parallel getrokken worden, tussen die persoon die er zit, en het bijbels verhaal dat je probeert uit te leggen. En dan mag je hopen dat er herkenning en gelijktijdigheid geschiedt.

Als je op bezoek bent, dan is een belangrijk onderdeel het luisteren. De mensen vertellen hun verhaal, en de pastor zit erbij en zegt jaja, neenee, hm hm. Dat kan heel boeiend zijn, omdat er boeiende mensen bestaan, en vaak ook blijft het hierbij, en dat moet je ook voor lief nemen. Maar het kan ook verder gaan, het verhaal kan een bepaalde dimensie krijgen, en er kan een zekere duiding aan worden gegeven. Is dit Germaans lotsdenken, (door een noodlottig ongeval nam de HERE tot zich...) gaat het hier om de strijd als uitgangspunt om te overleven, of speelt hier een ander verhaal mee? Ik heb eens gezegd op bezoek: "uw verhaal doet me denken aan Jakob, die voelde zich ook vreselijk, net als u, nadat hij z'n broer en z'n vader had bedrogen, maar toch ging God met hem mee, en toch was er voor hem een toekomst". Zo kunnen bijbelverhalen hun plaats krijgen. Mensen kiezen hun verhalen, maar het ene verhaal is het andere niet. Mensen kiezen niet voor datgene wat ze overkomt, in dit leven, aan ziekte, moeite en verdriet. Maar ze kiezen wel voor de manier waarop ze daar een plaats aan geven in dit leven. Ze kunnen in een verhaal terecht komen, van willoze berusting, of van God die kiest voor het leven. Ze kunnen in een verhaal komen, dat strijd het uitgangspunt is van relaties, of dat het niet goed is dat een mens alleen is. Maarten daagt uit, om die verhalen te herkennen en samen daarnaar op zoek te gaan. In de praktijk van de gemeente is dat een vruchtbare uitdaging. En in de rol van sjofele dorpspastoor kan ik me best vinden. Sjofel, want de kerk is in deze tijd van afbraak en kerksluiting haar heersende karakter kwijt. Maar wel iemand die erbij is, als mensen hun verhaal vertellen, iemand die combineert en naast elkaar legt. Het geeft het bezoekwerk een dimensie die uitstijgt boven jaja, neenee, hmhm, en geeft het bijbelverhaal een rol, die onlosmakelijk, als met een levensader verbonden is met het dagelijks leven.
 


Maarten den Dulk, Vijf kansen. Een theologie die begint bij Mozes. Zoetermeer, 1998